De vader van Robi is overleden. Robi is de Roma met wie ik drie jaar geleden naar Nederland ben geweest om een auto voor hem te kopen voor zijn bediening als evangelist. Dit was mogelijk dankzij een succesvolle crowdfunding waar velen van jullie ook aan hebben bijgedragen. Misschien dat daarom deze blog ook wel teleurstelling kan veroorzaken. Toch willen we ook dat met jullie delen.
Robi’s vader heeft veel geleden van dokters, is ontzettend vaak geopereerd; helaas is hij in het ziekenhuis ook overleden, al op 64-jarige leeftijd. Afgelopen week was ik bij zijn begrafenis.
Zo’n Roma begrafenis is cultureel gezien een ontzettend beladen gebeuren. Veel daarvan is moeilijk te bevatten als je het met Westerse ogen bekijkt. Zo is het bijvoorbeeld gewoonte dat de baar met de overledene overladen wordt met bloemenkransen; en dan bedoel ik echt een berg aan bloemenkransen! Die kransen kosten per stuk al gauw 30 tot 40 duizend forint; voor een Roma al gauw een half maandsalaris. Maar dit is een manier waarop de emotionele verbondenheid met de overledene wordt uitgedrukt; en daar zit natuurlijk ook een bepaalde sociale druk achter.
Ook is het vrijwel standaard dat er een of meerdere vrouwen flauwvallen tijdens de begrafenisplechtigheid. Dat komt door de intense emoties die ze op dat moment beleven, maar ook door gebrek aan nachtrust voorafgaand aan de begrafenis. Het is gebruikelijk voor de naaste familie om die nachten wakend door te brengen.
Al met al is een begrafenis een enorm kostbare gebeurtenis. Werkelijk alles kost geld: van dragers tot klokgelui. Vaak zien de nabestaanden zich gedwongen om zich voor jaren in de schulden te steken om een begrafenis te financieren. Robi heeft er helaas voor gekozen om zijn auto voor dit doel te verkopen. Toen hij dit mij meedeelde, zei hij erbij: ‘ vergeef het me’. Ik zei hem echter dat die auto niet van mij kwam en nooit van mij geweest is, dat hij die van God gekregen had en dat hij tegenover Hem verantwoordelijk was.
Hoe het nu verder met zijn bediening moet, weet ik niet. Dat laat ik maar aan God over. Wat ik wel weet, is dat er een enorme kloof aan cultuurverschil gaapt tussen ons. Zelfs na elf jaar hier te zijn geweest loop ik nog steeds tegen dingen aan die ik niet begrijp. En misschien moet ik dat ook maar niet proberen.