Elke woensdag en donderdag reis ik naar Roemenië om daar ’s middags Engelse les te geven aan een aantal klassen in de After School programma’s van de Christian Gypsymission Foundation. ’s Avonds reis ik dan door naar een nabijgelegen Roma kerkje, waar ik nog een doordeweekse kerkdienst houdt.
Pas geleden was ik net de grens met Roemenië overgestoken met de auto, toen ik opeens een fazant aan de kant van de weg zag. Op het moment dat ik hem passeerde, besloot hij nog gauw de weg over te steken, maar dat werd hem fataal. Mijn auto raakte hem voluit, en hij overleefde het niet. Nadat ik de klap gehoord had, keek ik in mijn spiegel of ik iets op de weg zag liggen, maar zag niets. Dat kon maar één ding betekenen: het dier zat nog ergens vast aan de auto… Ik stopte iets verderop en ja hoor: hij was half door de grill heen gedrongen, en zijn kopje hing slap en geknakt naar buiten. Ik kon hem er niet goed uit krijgen, dus
reed ik maar verder naar school met de fazant nog in de grill.
Bij school aangekomen waren de juffen erg behulpzaam – en opgetogen! – om de fazant met een ruk uit de grill te bevrijden. Onmiddellijk werd de kop er af gesneden om het bloed er zo snel mogelijk uit te laten lopen. Terwijl ik Engelse les gaf aan de kinderen werd de fazant ondertussen geplukt, het vlees gewassen en vervolgens gebraden. Toen ik na de lessen weer zou vertrekken kreeg ik een pannetje met vers fazantenvlees mee. Ik moet heel eerlijk zeggen dat ik het niet heel erg lekker vond,
alhoewel anderen misschien zouden watertanden van vers wildbraad. Maar het trof me wel wat een schat dit stukje vlees voor de mensen daar was, terwijl wij misschien eerder een aangereden dier aan de kant van de weg zouden laten liggen…
In ieder geval ben ik weer een ervaring rijker! De juffen vroegen bij mijn vertrek al: we zijn benieuwd wat je volgende week mee komt brengen! 🙂