Op uitnodiging van stichting HOE (Hulp Oost-Europa) mocht ik deel nemen aan een zendingsconferentie in Cluj-Napoca in Roemenië. Samen met een medewerker van deze stichting maakte ik de reis van ongeveer vier uur. De conferentie ging over ‘ownership of development’; over de relatie tussen kerken en organisaties in Nederland en in Oost-europa, wie beheert het proces van ontwikkeling.

Erg boeiend en stimulerend!

Zaterdagochtend vroeg reed ik weer terug richting Debrecen. Echter, vlak voor de Roemeense stad Orádea was er een vrachtauto voor mij, die erg abrupt remde. Ik kon hem niet op tijd ontwijken en met de linker voorkant van mijn auto ramde ik zijn achterlicht. De motorkap vouwde dubbel en drukte de voorruit kapot; ook de accu was erdoor opengerukt. En de bumper met koplamp en zijflank was helemaal kapot. Wonder boven wonder deed de motor het nog wel!

Naast het afhandelen van de schade met de Poolse chauffeur – dat wil zeggen: met handen en voeten, want hij kon geen Duits of Engels -, moest ik bedenken hoe ik nou verder moest. Uiteindelijk is een Amerikaanse vriend van me uit Debrecen gekomen om me op te halen. Hij wilde me zelfs zijn auto lenen voor de week erna, zodat ik in ieder geval vervoer had. Terwijl ik me enorme zorgen zat te maken over hoe het moest met de auto, ging hij met me bidden en dankte hij God dat ik geen verwondingen had, dat de schade aan de auto niet erger was dan dit en dat Hij in alles zou voorzien.
Deze Amerikaan is al eerder als een reddende engel verschenen toen ik gestrand was met een auto. Door met me te bidden, liet hij me weer even het goede perspectief zien. De auto is nog niet hier, laat staan gerepareerd. En ik weet nog niet hoe het allemaal opgelost moet worden. Maar dank aan God voor Zijn bewaring is wel op z’n plek. Dat geeft vertrouwen dat Hij verder ook zal zorgen.