Als ik mijn auto in tien verloren minuten op een parkeerplaats zet, zie ik op afstand een paar Roma vrouwen bij de winkelwagentjes zoeken naar iets. Ze trekken mijn aandacht; als er een auto aan komt rijden om zakken kleren in de container te stoppen rennen ze er naar toe. Ze krijgen het na even praten voor elkaar dat zij de zakken krijgen in plaats dat de vrouw ze in de container stopt.

Als ze weg is, zwaaien ze naar de andere kant van de parkeerplaats en komen er nog wat mensen aangelopen. Met in hun hand een net gekocht blikje Redbull of een broodje kijken ze nieuwsgierig wat er gebracht is. De zakken worden geleegd en het wordt allemaal bekeken om te zien of er iets geschikts bij zit.

Het ziet er uit als een familie uitje en ik kan niet goed onder woorden brengen wat er door me heen gaat. Is het overleven of gewoon slim aan je spullen komen? Ik weet eigenlijk niet goed wat ik er van vind. Ik denk aan de worsteling die er af en toe is als één van ons zich afvraagt wat we hier eigenlijk doen? Het lijkt soms zo hopeloos hoe mensen leven en vast zitten in armoede en.…

Opeens rent er een meisje terug naar de winkelwagentjes en wordt er een baby uit een buggy gehaald die blijkbaar wakker geworden is.

Mijn tien minuten zijn om; als ik er langs rijd bij het weggaan vang ik de blik van het meisje van ongeveer 15 jaar. Ik denk aan mijn dochters die ik zo uit school ga halen, maar hier zie ik een meisje bij de winkelwagentjes met een sigaret in haar mond haar baby voeden. Ik zend een gebed voor haar op en ben in gedachten nog wel even met haar bezig.

Als ik Christy opgehaald heb en het inmiddels donker is besluit ik nog even langs te rijden. Ik ben gewoon benieuwd hoe ze het achter gelaten hebben. Tot mijn verbazing zijn ze er nog en zie ik ze wat over is opruimen in de containers. Ik zet de auto op afstand nog even neer en vertel Christy wat ik eerder zag. Een jongetje van ongeveer vijf met de allermooiste bruine ogen komt naar ons toe en als ik mijn raam open doe vraagt hij: komt u kleren brengen? Als mijn antwoord ontkennend is rent hij weer weg, terug naar het familie uitstapje. Voor mij lijkt het verschrikkelijk om zo te moeten leven, maar voor hen lijkt elke zak die aankomt een feestje.

Ik weet nog steeds niet wat ik er van moet denken en dat laat ik maar even zo. Het houdt me in ieder geval bezig en dat zet aan tot bidden.